Jezus schreef geen boeken of brieven. Alles wat we van hem weten, of denken te weten, horen we in de woorden van zijn vrienden en volgelingen. Hun brieven, verhalen en visioenen getuigen niet alleen van Jezus maar vertellen ook hun eigen verhaal: de impact van Jezus op hun latere leven én de impact van de tijd die verstreek zonder dat hij terugkwam. Vaak vergeten we dat hun evangeliën en brieven pas na hun dood verzameld en geredigeerd werden, gecorrigeerd soms en op naam gesteld naar beste weten en wensen. Het geloof van de tweede eeuw werd gebouwd op de herinneringen van en aan de vertellers en vertalers van het evangelie.
Het hele verhaal
Meestal lezen we korte fragmenten van het Nieuwe Testament; blaadjes van bomen, losgetrokken uit hun context, geselecteerd en ingepast naar de wensen van onze tijd. Maar neem je ook de tijd om de boom van een heel bijbelboek in volle glorie te aanschouwen? Stap het verhaal van het hele Nieuwe Testament binnen: dan word je zelf deel van het bos, met zijn geuren en geluiden. Dan begint het wat uit te maken in welke brief van Paulus je een tekst leest, en of een gebeurtenis rond Jezus verteld wordt door Marcus of Johannes. Wie de vertellers en vertalers leert kennen, leest het Nieuwe Testament met andere ogen.
Een nieuwe inleiding op het Nieuwe Testament?
Ik mocht een paar jaar lesgeven in het vak Inleiding tot het Nieuwe Testament, aan de Universiteit van Utrecht. Het is een prachtig vak: bijbelwetenschappen. Eigenlijk een combinatie van talloze wetenschappen: van archeologie tot de sociale wetenschappen en van klassieke talen tot postkoloniale studies. Het Nieuwe Testament omvat, denk ik, de meest bestudeerde literatuur op aarde. Het is misschien ook wel de meest invloedrijke tekst in onze wereld. Wie het Nieuwe Testament vanuit zoveel gezichtspunten bestudeert ontdekt veel over hoe wij gevormd zijn.
De meeste studieboeken houden de volgorde aan van het Nieuwe Testament: eerst Matteüs en de overige evangeliën, dan de brieven van Paulus, vervolgens de overige brieven en tenslotte de Openbaring van Johannes. Maar het Nieuwe Testament is niet in die volgorde geschreven. De brieven zijn ouder dan de Evangeliën en het evangelie naar Matteüs is een bewerking en uitbreiding van het evangelie naar Marcus. Wie in de huidige volgorde leest, mist het doorlopende verhaal met de ervaringen van de vertellers en verkondigers zelf, zoals zij zich aan ons voorstellen of voorgesteld worden.
Dit boek is een uitnodiging om het Nieuwe Testament ook echt als nieuw te lezen, nieuw zelfs voor de vertellers en luisteraars in de eerste eeuw. Ze schreven nog voordat er zich een christendom uitkristalliseerde in liturgie, instituten en dogma's. Ze schreven te midden van tegenstrijdigheden, ruziënde volgelingen en extreme toekomstverwachtingen. Ze schreven nog vol van verbazing over Jezus.
Zesentwintig bijbelboeken
Het Nieuwe Testament bevat vier evangeliën over Jezus, een geschiedenis van zijn volgelingen na zijn dood, twintig van hun brieven en een visioen. Het zijn 26 verhalen die iets vertellen over de schrijvers en lezers in de eerste eeuw. In zo'n 20 uur kun je het hele Nieuwe Testament beluisterd hebben. Maar het is onbegrijpelijk en saai voor wie er niet in thuis is. Hoe krijg je het overkoepelende verhaal van de vertellers en vertalers in beeld? Hoe wordt het spannend? In 30 uur tijd kun je het hele Nieuwe Testament lezen en overdenken aan de hand van deze leeswijzer. Dan gaat het leven. Werk ook de suggesties voor bespreking door en je vergeet het nooit meer.
Twaalf hoofdstukken, één verhaal
Twaalf hoofdstukken, één verhaal: van de jaren 30 tot het einde van de eerste eeuw. Wie vertelt wat? Aan wie en waarom? Wat was de uitdaging en wat moest de geschreven tekst doen? Soms staat dat duidelijk in de tekst zelf, soms staat het er verborgen. Soms heeft een brief wel een afzender maar vermoeden wetenschappers dat de brief pas later is geschreven door leerlingen. Maar ook dan lezen we het in de tijd en context waarin de tekst zichzelf presenteert. Het grotere verhaal dat zo ontstaat is dus een mix van wat gezegd is en wat men achteraf vond dat gezegd had moeten worden. Maar dat maakt het niet minder spannend. "Het leest als een roman," vertelde iemand mij. Een historische roman over het ontstaan van het Nieuwe Testament.
Twee thema's
Er zijn twee thema's die telkens terugkeren en verder ontwikkeld worden in het Nieuwe Testament en in het denken van geschiedkundigen over Jezus. Het eerste is de Weg die Jezus zijn vrienden leerde en voorleefde als Joodse rabbi. Het tweede is de verwachting van het Koninkrijk van God, het Beloofde Land, dat Jezus aankondigt als profeet. Zijn volgelingen verwachtten dat hij bij zijn Wederkomst als een nieuwe Jozua (dezelfde naam) het volk van God zal binnenvoeren in het Koninkrijk van God. Laten we deze twee thema's nog verder bekijken.
1. De Weg van Jezus. Hoe vertel en vertaal je de radicale levenslessen van Jezus: de spreuken die hij zijn vrienden leerde en het verbijsterende verhaal van zijn leven en lijden zoals we dat lezen in het evangelie naar Markus? Hoe kan liefde een gebod zijn, het grootste gebod zelfs? Overal waar deze boodschap gebracht wordt ontstaat onrust. Hoe moet je leven als er voor God geen verschil is tussen Joden en andere volken, tussen mannen en vrouwen of tussen slaven en meesters? Wat zijn wetten en regels dan nog waard? Wat doe je met het Verbond tussen God en zijn volk Israël? Het conflict hierover tussen Jacobus, Petrus en Paulus barst los in de jaren 50 en eindigt niet met hun executies in Jeruzalem en Rome. Na de Joodse Oorlog en de Romeinse verwoesting van Jeruzalem, belichten de evangelisten Jezus opnieuw: 'Heb je vijanden lief," benadrukt Matteüs, "de Geest dreef ons aan," ervaart Lucas en "God is Liefde," concludeert Johannes.
2. Het Koninkrijk en de Wederkomst. "Het is zover, het koninkrijk van God is nabijgekomen." Johannes de Doper verkondigde het en zijn boodschap kostte hem de kop. Jezus nam het vaandel over en werd er een paar jaar later voor gekruisigd. Na de dood van Jezus verwachten zijn vrienden dat hij zal terugkeren als de gezalfde koning van Israël. Als in het jaar 40 de Romeinse keizer Caligula zijn afgodsbeeld wil plaatsen in de tempel van Jeruzalem moet het moment wel gekomen zijn. Maar Caligula sterft en wat moet je dan? Hebben ze het plan van God wel goed begrepen? Juist dan wordt de missie onder de volken geboren: de wederkomst van Jezus en het koningsschap van God geldt niet alleen Israël maar alle volken! En als dertig jaar later de Joodse Oorlog uitbreekt, verwachten zijn volgelingen de nederlaag van Rome. Maar Jeruzalem valt en de tempel wordt verwoest. In de nachtmerries openbaren zich nog verder gaande dromen: het koninkrijk van God is een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Deze met elkaar verweven thema's vormen samen de rode draad van het verhaal. De samenvatting van alle geboden van God is het liefdesgebod. De Weg van Jezus is de weg naar het Beloofde Land. Wie Jezus volgt accepteert God nu al als koning, en gaat daarmee zijn Koninkrijk binnen. In die andere werkelijkheid geldt ook een andere wet: de wet van de liefde. De liefde van Jezus strekt zich uit naar alle mensen, alle volken en heel de hemel en aarde. Zijn volgelingen zijn het werk van zijn Geest, waarmee Jezus in hun harten woont en hen voortdrijft. Dat is zijn impact op deze wereld. De Weg ís de Wederkomst. De intieme omgang met God is het eeuwige leven.
Mensenwerk of Heilige Schrift?
Nog iets over begrippen als het Nieuwe Testament (verbond) en het Woord van God. Jezus ervoer zijn relatie met God als een intieme omgang met zijn hemelse Vader en maakte zijn vrienden daar deelgenoot van. Daarmee werd Jeremia 31:31-35 voor hen werkelijkheid:
De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, een ander verbond dan ik met hun voorouders sloot toen ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze mij toebehoorden – spreekt de HEER. Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al – spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.
Jeremia had het niet over een nieuw contract op papier maar over een verbond geschreven in de harten van mensen, en dan in de eerste plaats van Joodse mensen die leefden vanuit de verhalen van de Hebreeuwse bijbel. Jezus zag zijn naderende arrestatie en executie tijdens het Joodse Paasfeest dan ook in dat licht, terwijl hij het brood brak en de bloedrode wijn uitgoot in de beker. Zijn vrienden bleven zijn woorden herhalen (1Kor 11:25) terwijl ze hun herinneringen aan zijn woorden en daden bleven deelden. Zo werd het Nieuwe Testament geschreven in de harten van mensen. Niet de tekst op papier staat dus centraal maar de relatie met God.
Voor de vrienden van Jezus waren hun brieven en verhalen nog gewoon mensenwerk. Zeker, ze wilden schrijven in de geest van Jezus, gedreven door de Heilige Geest van geloof, hoop en liefde. Maar zij geloofden dat Jezus zélf het Woord van God belichaamde: het Woord is vlees geworden. En na zijn heengaan ervoeren ze dat hij met zijn Heilige Geest op onuitsprekelijke wijze sprak in hun hart. Zelf schreven ze hun eigen menselijke gedachten in mensenwoorden met mensenhanden op papier. Vervolgens werden hun geschriften verzameld, geredigeerd en gekopieerd door mensen die daarin de Geest van Jezus herkend hadden.
Ze schreven en verzamelden die brieven en verhalen in een roerige tijd, vol conflicten en geweld. Het is ook de tijd dat de liefde van Jezus een nieuwe weg wees die steeds meer mensen met vallen en opstaan proberen te bewandelen. Daarom zijn hun werken zo vol van actie, passie en inspiratie. Je leert hen in twaalf hoofdstukken beter kennen.
Hoe hun woorden Heilige Schrift werden lees je in de Epiloog.
Hoe vond je deze inleiding?
Met jullie scores kijken we welke hoofdstukken verbeterd moeten worden. Heb je daar concrete ideeën over, stuur dan een e-mail.
Achtergrond: Het raadsel van De Da Vinci Code
Ik schreef mijn proefschrift over het gnostische Evangelie van Filippus. 'Gnostici' zijn mensen die de verborgen 'waarheid achter deze kosmos' denken te kennen, zoals je in hoofdstuk 12 en de epiloog zult zien. De Vader is het verborgene, in je binnenste, leert het Evangelie van Filippus. Een zinnetje uit dat evangelie inspireerde de thriller-auteur Dan Brown tot het schrijven van ongelooflijk populair boek: De Da Vinci Code, een roman uit 2003. In de roman vertelt een van de personages, professor Teabing, als volgt aan de hoofdpersoon, Sophie, wat er in dat evangelie zou staan:
En de partner van de Verlosser is Maria Magdalena. Christus hield meer van haar dan van alle leerlingen en kuste haar regelmatig op haar mond. De rest van de leerlingen namen hier aanstoot aan en uitten hun afkeuring. Ze zeiden tegen hem: “Waarom houdt u meer van haar dan van ons allen?”
Die woorden verrasten Sophie, maar ze leken geen hard bewijs. “Er staat niets over een huwelijk.”
“Au contraire,” glimlachte Teabing terwijl hij naar de eerste regel wees. “Zoals elke kenner van het Aramees je zal vertellen: in die dagen betekende het woord ‘partner’ letterlijk ‘echtgenoot.”
(…) “Dit is het verrassende,” zei Teabing, en hij begon sneller te spreken. “Omdat [keizer] Constantijn Jezus’ status verhoogde, bijna vier eeuwen na Jezus’ dood, bestonden er al duizenden documenten die zijn levensloop verhaalden als een sterfelijk mens. Om de geschiedenisboeken te herschrijven, wist Constantijn dat hij iets radicaals moest doen. Hieruit ontstond het diepste moment in de Christelijke geschiedenis.”
Teabing pauzeerde, keek Sophie aan: “Constantijn gaf de opdracht en de middelen voor een nieuwe Bijbel die de evangeliën die spraken van Christus’ menselijke aspecten wegliet en die de evangeliën die Hem goddelijk maakten aandikte. De eerdere evangeliën werden verboden, ingevorderd en verbrand.”
(…) “Tot geluk van historici,” zei Teabing “hebben enkele van de evangeliën die Constantijn probeerde uit te roeien het overleefd. De Rollen van de Dode Zee werden in de vijftiger jaren gevonden in een grot bij Qumran in de woestijn van Judea. En, natuurlijk, de Koptische Rollen in 1945 bij Nag Hammadi. Naast het ware verhaal van de Graal, vertellen deze documenten van Jezus’ bediening in heel menselijke termen. Natuurlijk probeerde het Vaticaan, overeenkomstig hun traditie van misleiding, alles te doen om de publicatie van deze rollen te onderdrukken.”
Papyrusvel met het Evangelie van Filippus, eigen foto van facsimile-uitgave
“Alles wat ik schrijf over de geschiedenis en de gnostische evangeliën is waar,” claimt Dan Brown en velen geloven het graag. Maar de rollen van de Dode Zee zeggen niets over Jezus. Bij Nag Hammadi in Egypte zijn geen rollen maar boeken gevonden en niet het Vaticaan maar een klein groepje wetenschappers hield de publicatie ervan op om maar met de eer van de eerste vertaling te kunnen strijken. Keizer Constantijn koos geen evangeliën uit en liet geen boeken verbranden. Het Evangelie van Filippus is niet in het Aramees, het is geen ouder of alternatief evangelie (het citeert Matteüs 3:10 en Johannes 8:32 als ‘Het Woord’), en het heeft het niet over een menselijke Jezus (het spreekt juist over een symbolische en goddelijke Jezus uit een andere werkelijkheid, en over een Maria die zowel zijn moeder als zijn zuster als zijn bruid symboliseert). Hoe dat zit ontdek je als je Vertellers en Vertalers uitleest tot het einde.
Voor wetenschappers is het een raadsel dat veel mensen zijn gaan geloven in de gemankeerde geschiedenisles die De Da Vinci Code zo terloops presenteert. We zouden liever zien dat mensen feiten van fictie kunnen scheiden. Toch is het ook een goede les voor de bijbelwetenschapper: auto's rijden op wetenschap maar mensen leven van verhalen.
Feit én fictie
De tekst van het Evangelie van Filippus is beschadigd. Juist waar Jezus Maria van Magdala 'kust op haar [...]' mist er een deel van het blad. Ook de wetenschapper moet raden wat er staat en wat er bedoeld wordt (en gelukkig zijn er best goede aanwijzingen die we daarbij kunnen gebruiken). Eigenlijk geldt dat ook voor ons begrip van het ontstaan van het hele Nieuwe Testament. Over de feiten zijn de wetenschappers in het vakgebied het wel eens, maar de feiten schieten te kort om al onze vragen te beantwoorden. Daarom verschillen de interpretaties ook. Met liefde en inlevingsvermogen maken we er verhalen van over mensen van toen voor het leven van mensen van nu. Zie dit boek dan ook als één van de verhalen die je op basis van de feiten zou kunnen vertellen. Als feit én fictie.
Jezus en zijn leerlingen in het Kidrondal bij Jeruzalem. © Balage Balogh, Archaeology Illustrated.
Om te onthouden: Inleiding
Met deze leeswijzer kun je het Nieuwe Testament eens lezen vanuit de ogen van de expliciete en impliciete schrijvers en lezers in de eerste eeuw. We beginnen bij de eerste brief (1Tessalonicenzen) en eindigen met het laatste evangelie (Johannes). Zo zie je hoe hun brieven en verhalen vertellen van de impact van Jezus op hun leven en hoe ze zijn levenslessen vertalen in de turbulente en gewelddadige ontwikkelingen van de eerste eeuw. De eerste volgelingen van Jezus worstelden met twee vragen: (1) De Weg: hoe vertalen ze het radicale liefdesgebod van Jezus naar hun situatie? (2) De Wederkomst: hoe past Jezus in de Joodse verwachting dat de Heer (zelf of via een door God gezalfde menselijke leider) zijn volk vrijheid en gerechtigheid zou brengen? Je kunt hun geschiedenis in twaalf hoofdstukken volgen en zelf zien hoe uit de botsing tussen fundamentalisme en imperialisme een nieuw besef geboren wordt: God is liefde.