Febe

Ik heb Febe gebruikt als focalizer en de identificatie van een moderne lezer met een Joods lid van de gemeente in Rome als spectator/point of view om te laten zien hoe Paulus in de openingshoofdstukken speelt met de persona van de briefschrijver als de heidenhatende Jood en de persona van dat deel van het publiek of de buitenwereld dat zich opstelt als oordelende Joden (zie voor de hier gebruikte literaire termen de schema's bij de suggesties bij het vorige hoofdstuk). Het gaat in de Romeinen dus om verschillende Paulussen en verschillende publieken. Kun je zien of en, zo ja, hoe deze personas verschillen tussen 1:1-15, 1:16-32, 2 en 3, 4 en verder? Laat Paulus bewust verschillende kanten van zichzelf zien?

Sola gratia

De theologische doordenking van de brief aan de Romeinen is sterk beïnvloed door de centrale rol die de brief in de reformatie gespeeld heeft: hoe krijgt een zondaar genade? Kan je daaraan zelf iets bijdragen of is het louter genade en dus (voor)bestemd door God? Wat is de betekenis van het kruis?

Tijdens de reformatie benadrukten de protestanten met Romeinen 1 tot 6 in de hand, dat alle mensen zondaars zijn en dat het louter Gods genade is dat mensen gered worden op grond van hun geloof in het verzoenend sterven van Christus aan het kruis. Goede daden kunnen daar niet aan bijdragen maar volgen daaruit. Ze meenden dat katholieken in de traditie van de joden stonden, die hun heil zouden verwachten van het volgen van de wet.

Predestinatie

Vervolgens ontstond binnen de protestantse beweging natuurlijk de vraag naar de vrije wil: moest je niet tenminste zelf instemmen met die genade om gered te worden? De Calvinisten vreesden dat daarmee afbreuk gedaan werd aan Gods genade en benadrukten dat het louter genade is dat mensen gered worden. Uit Romeinen 7 tot 9 leerden ze dat de menselijke wil onderworpen is aan de zonde en dat God het dus is die onherroepelijk verkiest wie van de mensen hij redt, dat zijn Geest die bekering bewerkt in het hart zonder dat mensen dat kunnen bevorderen of weerstaan, en dat niets en niemand zijn heiligen kan doen struikelen omdat God hen overeind houdt.

Paulus als Jood

Met Krister Stendahl (1963) komt er een tegenbeweging op gang. Hij waarschuwt tegen het interpreteren van Paulus vanuit de reformatie. E.P. Sanders (1977) benadrukt dat het Jodendom en ook Paulus dachten in termen van het verbond en niet vanuit individuele verlossing. Richard Hays, The Faith of Jesus Christ (1993), laat zien dat veel teksten mogelijk spreken van verlossing door het geloof/vertrouwen van Jezus in plaats van het vaak vertaalde in Jezus. James Dunn werkt de nieuwe inzichten uit in zijn commentaren op Romeinen (1988) en Galaten (1993), en publiceert een verzameling van zijn essays in The New Perspective on Paul (2007). Pamela Eisenbaum Paul was not a Christian (2009) stelt dat Paul een toegewijde Jood bleef. NT Wright benadrukt het heilsplan van God in zijn omvangrijke Paul and the Faithfulness of God (2013), en het verbondsdenken van Paulus in Paul: A Biography (2018).

Dat ook het traditionele begrip van rechtvaardiging door geloof (alleen) wel degelijk teruggaat op Paulus zelf wordt beargumenteerd in Seyoon Kim Paul and the New Perspective (2002) en de tweede editie uit 2018 van het commentaar op Romeinen door Douglas Moo.

Vrije wil

Meer existentieel verdient het aanbeveling om psychologen en filosofen te lezen over de vrije wil en determinisme, en de vraag of deze concepten elkaar uitsluiten of compatibel zijn. Spinoza schreef in zijn Ethica: “Mensen geloven vrij te zijn omdat ze zich bewust zijn van hun handelen en onbewust van de oorzaken die dat handelen bepalen.”

Hoe verhoudt de argumentatie van Paulus over innerlijke strijd (Rom 7-8), Gods heilsplan (Rom 9-11) en de eigen verantwoordelijkheid (Rom 12-15) zich tot deze begrippen?

Neurobiologen zoals Richard Sapolsky (Behave, 2017) laten zien hoe beperkt onze vrije wil is. Maar psychologische studies tonen aan dat mensen beter functioneren en een verschil kunnen maken als ze geloven dat ze een vrije wil hebben. Wat vind je van het argument van filosoof Saul Smilansky (2000) dat het concept van vrije wil een noodzakelijke illusie is? Kun je dat toepassen op het voorbeeld van ouders die met zachte hand hun kleuter door het leven leiden: in hoeverre kun je stellen dat wat de kleuter ervaart als vrije wil door de ouder is voorbestemd?

Hoe vind je deze suggesties?

Met jullie scores en reacties kijken we voor welke suggesties verbeterd moeten worden. Heb je daar concrete ideeën over, stuur dan een e-mail.

Rating: 0 sterren
0 stemmen

Deel gedachten met elkaar

Deel je gedachten met een reactie hieronder. Wees vriendelijk, constructief en respectvol in je reactie op anderen. Plaats reacties hieronder dan ook onder je eigen naam. Wil je liever vertrouwelijk iets aan ons melden of je reactie laten verwijderen, stuur ons dan een e-mail.

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen