Waren de Galaten gemengde gemeenten?

In dit hoofdstuk staat de spanning tussen de missie van Paulus onder alle volken en de specifiek Joodse aspiraties van de volgelingen van Jezus in met name Jeruzalem centraal. Ik stel voor om de theologie van Paulus in Galaten te bewaren tot de lezing van de Romeinenbrief en nu eerst het conflict beter te begrijpen. Voor nu is de vraag van belang of we de brief aan de Galaten en de brief van Jakobus kunnen gebruiken om die spanning beter te begrijpen.

  1. In hoeverre is Jakobus representatief voor de Joodse volgelingen van Jezus? Is de aanhef in 1:1 symbolisch of letterlijk bedoeld? In hoeverre herken je een Joods milieu in de brief? Zoek eens naar de toespelingen in de tekst naar de spreuken van Jezus (in Q, Matteüs of Lucas). Lees bijvoorbeeld Van de Sandt en Zangenberg: Matthew, James, and Didache: Three Related Documents in Their Jewish and Christian Settings (2009).
  2. Galaten is een echt betoog in een concrete situatie en als zodanig veelvuldig geanalyseerd als retoriek, beginnend bij Hans Dieter Betz (Hermeneia Commentary, 1979). Veelal wordt het conflict met Petrus en de gezanten van Jacobus in Antiochië gezien als de narratio, de situatieschets of het twistpunt. Wat is het twistpunt daar in de gemengde gemeente van Antiochië? En hoe kan dat relevant zijn voor de Galaten als deze niet gemengd zouden zijn? Wat zegt het conflict in Antiochië (anders dan de retoriek van Paulus) over de bedoelingen van de gezanten van Jakobus? En in hoeverre zijn dat dezelfde als die van de gezanten onder de Galaten tegen wie Paulus de brief schrijft? Zie bijvoorbeeld Mark Nanos, The Galatians Debate (2002). Veel mensen hebben Galaten gelezen als een verdediging van niet-Joodse gelovigen tegen de pogingen vanuit Jeruzalem om hen tot Joden te maken en tot besnijdenis te dwingen. Ze vinden daarvoor steun in Hand 15:1. Maar in Hand 21:21 verdedigt de schrijver Paulus tegen een hele andere beschuldiging: Paulus zou de Joodse mensen hebben geleerd dat ze zich niet aan de reinheidswetten en de besnijdenis hoefden te houden. Zijn we voldoende gevoelig voor de retoriek van Paulus, die de bedoeling van de gezanten van Jacobus belastert met de mogelijke consequenties ervan? In “Jewish Recipients,” een artikel in Stanley Porter, Paul: Jew, Greek and Roman (2009), pleit ik voor de gedachte dat als in Galatië dezelfde problemen spelen als in Antiochië (de narratio), dit gemengde gemeenten moeten zijn geweest. De gezanten van Jacobus waren daar primair gericht op de wetsgetrouwheid van de Joden.
  3. Is Galaten gericht aan etnische Galaten, rondom het noordelijk Ancyra, aan Griekssprekende immigranten daar (de Galaten spraken Keltisch), of aan de gemeenten in het Griekssprekende Pamfylië, in het zuiden van de Romeinse provincie Galatië (zoals beschreven in Hand 13-16)? William Ramsay (1890) heeft de laatste mogelijkheid letterlijk op de kaart gezet. Zo liep de doorgaande weg van Antiochië naar Efeze en Rome door het zuiden (vergelijk Hand 18:23). Dit is van belang voor de analyse van de situatie: Joodse immigranten woonden vooral in het zuiden, rond Ancyra komen we ze pas in de tweede eeuw tegen.
  4. Wat bedoelt Paulus eigenlijk met Ιουδαιος en Ιουdαϊσμός in Gal 1:13-14 en 3:28, of met Ιoυδαϊκως en ιουδαΐζειν in Gal 2:14? Wat maakte iemand toen (vóór de val van de tempel en de overgang naar een soort ‘rabbijns Jodendom’) tot een Jood? Zie Shaye Cohen in Beginnings of Jewishness (1999), met zijn bespreking van de casus van Timoteüs.

Hoe aanstootgevend was Paulus' theologie?

Paulus heeft het nodig dat zijn gemeenten mogen afwijken van de letter van de  de wet (met name de wetten die de gemeenschap van Joden en niet-Joden belemmerden). Daarvoor voert hij aan dat die uitwerking niet het werk van God zelf is, maar van engelen. Hoe ver gaat eigenlijk de gedachte van Paulus dat niet de hoogste God maar lagere ‘engelen’ de wet hebben verordend? Hoe heeft dat bijgedragen aan de gedachte in de gnostiek dat lagere goden en engelen de mensen proberen te knechten? Zie bijv. mijn artikel “Paul’s lesser angels” in Gnosis (in voorbereiding). 

Sekte en/of cultus?

Is het conflict tussen Paulus en Jacobus alleen theologisch en praktisch, of is er ook een verschil in de aard van de Joodse gemeenten in Palestina en de gemengde gemeenten daarbuiten? Rodney Stark, The Rise of Christianity (1999), bespreekt de verschillen tussen een sekte en een cultus. Hij spreekt van een sekte wanneer vooral mensen binnen een bestaande religie zich afscheiden om een hogere spanning ten opzichte van de buitenwereld mogelijk te maken; dit gaat vaak gepaard met mannelijk leiderschap en conservatisme. Bij een cultus is er vooral sprake van bekeringen vanuit andere religies, vrouwelijk initiatief en religieuze innovaties. Is dit verschil relevant in het vergelijken van de Jezus-beweging onder Jakobus in Israël en de nieuwe gemeenten die heidenen aantrekken in de steden rondom de Middellandse Zee?

Chronologie van Paulus en de kruisiging

Een geheel andere zaak betreft de chronologie van Paulus en het jaar van de kruisiging, waarop we in hoofdstuk 9 (over Lucas/Handelingen) terug zullen komen. Ed Sanders, Historical Jesus (1993), stelt dat de kruisiging zo vroeg mogelijk in de jaren 30 gedateerd moet worden vanwege de chronologie van Paulus. De achtergrond hiervan vormen de drie en de veertien jaar in Gal 1:18 en 2:1. Ik zie drie problemen:

1. Welke veronderstellingen over de apostelvergadering van Handelingen 15, vóór de lange reis naar Korinthe waar Paulus in het jaar 50/51 voor gouverneur Gallio stond, heb je nodig om van daaruit terug te redeneren naar een kruisiging in het jaar 30? Wat moet je dan vinden van de historische betrouwbaarheid van het boek Handelingen? Over welk bezoek in of na die veertien jaar hebben we het eigenlijk? Is Handelingen 18:22 ook een optie? Waar komt Titus vandaan, en waarom was hij bekend in Galatië?

2.Wat kun je eigenlijk over de chronologie van Paulus en de kruisiging zeggen als je alleen uitgaat van zijn brieven: met name deze verzen uit Galaten en de verwijzing naar Aretas in 2Cor 11:32 (Aretas stierf in het jaar 40 en had mogelijk na zijn militaire acties in 36 de controle over de poorten van Damascus verkregen)? Zelfs als dat zijn tweede bezoek was, dan zou een eerste bezoek vóór het haar 34/35 niet passen. Moet je dan Galaten 1 en 2 niet anders gaan interpreteren?

3. Kijk eens naar de retoriek van Paulus in deze passage: wat is de functie van de lange perioden die hij zijn lezers voorhoudt? Wat kunnen de effecten zijn van de mogelijkheden die hij heeft om de periode zo lang mogelijk te laten lijken (inclusief rekenen, afronding op sabbatsjaren, overlappende perioden)? Gebruikt Paulus daarom verschillende voorzetsels (μετὰ en διὰ), omdat je διὰ op meerdere manieren kunt opvatten (na, in of gedurende een bepaalde tijd)? Welke mogelijkheid geeft dit hem om zijn onafhankelijkheid van de apostelen langer te laten lijken? Hoeveel mogelijkheden zie je om  die '14' jaar te laten beginnen of te eindigen?

 

Hoe vind je deze suggesties?

Met jullie scores en reacties kijken we voor welke suggesties verbeterd moeten worden. Heb je daar concrete ideeën over, stuur dan een e-mail.

Rating: 0 sterren
0 stemmen

Deel gedachten met elkaar

Deel je gedachten met een reactie hieronder. Wees vriendelijk, constructief en respectvol in je reactie op anderen. Plaats reacties hieronder dan ook onder je eigen naam. Wil je liever vertrouwelijk iets aan ons melden of je reactie laten verwijderen, stuur ons dan een e-mail.

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen