In dit hoofdstuk speel ik met tradities in de brieven van Paulus (1Tess 4:15, 1Cor 15:3, verg. 2Tim 2:2) die teruggaan op eerdere volgelingen van Jezus en ook met specifieke Aramese woorden in de evangeliën die teruggaan op Arameessprekende volgelingen van Jezus. Deze selectiemethode garandeert niet dat al deze tradities teruggaan op Jezus zelf, maar het is een wat minder subjectieve manier om een set tradities te selecteren die alle een link hebben met zijn Arameessprekende volgelingen. Ik wil je vier thema’s aanreiken voor reflectie:

1. Oraliteit

Hoe functioneerde orale overlevering onder gewone Joodse mensen in Israël en in de Diaspora? Was dat hetzelfde voor de woorden en daden van Jezus en voor het lijdensverhaal? Wat had gezag in een orale context?

Literatuur: het algemene Orality and Literacy van Walter Ong of het specifieke The Oral and the Written Gospel van Werner Kelber en Memory and Manuscript van Birger Gerhardsson.

2. Geheugen en psychologie

Omdat Jezus niets opschreef maar wel een gemeenschap van volgelingen naliet waarbinnen de geschriften van het Nieuwe Testament geschreven, geaccepteerd en doorgegeven werden, is de vraag naar hun (sociaal) geheugen en (groeps)psychologie uitermate relevant. Welke herinneringen koesterden ze en waarom?

Literatuur: de trilogie van James Dunn: Jesus Remembered. Hoe sociaal geheugen kan werken in de transmissie van tradities heeft een promovendus van hem uitgewerkt, Anthony LeDonne in The Historiographical Jesus: Memory, Typology, and the Son of David.

Kijk eventueel ook naar mijn studie Psychological Analyses and the Historical Jesus, waarin ik de impact van Jezus op de zijn vroegste volgelingen onderzoek: waarom noemen ze God ‘Abba?’ Waarom volgden ze Johannes de Doper? Waarom stelden ze Jezus’ Geest gelijk aan de Heilige Geest? Waarom vierden ze zijn laatste avondmaal? Waarom noemde ze hem hun Heer?

3. Aramees

In hoeverre ben je je ervan bewust dat we Jezus en zijn vroegste volgelingen alleen in vertaling lezen en dat een Indo-Europese taal als het Grieks sterk verschilt van Semitische talen zoals het Hebreeuws en Aramees; niet alleen semantisch maar ook qua beleving van de werkwoorden, resonantie van woorden etc?

Literatuur: het werk van Matthew Black en het meer specifieke onderzoek van Maurice Casey naar het Aramees achter Marcus en Q.

4. NT-Grieks en meertaligheid

In hoeverre is het Grieks van het Nieuwe Testament een subvariant of mengvorm van het koinè Grieks, het Grieks van de Septuaginta en het Grieks van Joodse migranten in de eerste eeuw? Wat betekent het dat mensen in meerdere talen denken en communiceren? Wat betekent dat voor je vertalen en interpreteren?

Hulpmiddelen: het Theologisches Wörterbuch/Theological Dictionary van Kittel. Programma’s als Accordance maken het mogelijk om termen en uitdrukkingen te vergelijken in het NT, de Septuaginta, Josephus etc. Het is vaak nuttig om ook de Hebreeuwse Bijbel, de Aramese Targoems en soms de fragmenten in de Dode Zeerollen naast het Grieks van de Septuaginta bekijken.  

Hoe vind je deze suggesties?

Met jullie scores en reacties kijken we voor welke suggesties verbeterd moeten worden. Heb je daar concrete ideeën over, stuur dan een e-mail.

Rating: 5 sterren
1 stem

Deel gedachten met elkaar

Deel je gedachten met een reactie hieronder. Niet om elkaar te overtuigen of te weerleggen, maar om te delen wat jij ontdekt of ervaren hebt. Vriendelijk, respectvol en onder je eigen naam. Ga niet op iedereen reageren, maar hou het bij jouw eigen bijdrage en soms een woord van bemoediging. Wil je liever vertrouwelijk iets aan ons melden of je reactie laten verwijderen, stuur ons dan een e-mail.

Reacties

Cornelis van der Kooi
3 jaar geleden

Een zeer creatieve onderneming, waarbij de multidimensionaliteit van de evangeliën en wat we via de verschillende perspectieven van Jezus historisch kunnen benaderen aan de orde komt. Misschien loopt de benadering via Aramese leenwoorden wel het gevaar dat het ook springerig wordt, maar theologisch vind ik dit sterke voordelen hebben. De pogingen om één sluitend verhaal te maken, zoals ooit geprobeerd in de 19e eeuw, opgegeven in de 20e eeuw zijn in de laatste decennia gevolgd door een multiperspectivische of ook multidimensionale pogingen. Jouw pogingen om via de psychologie, sociaal geheugen toegang te zoeken acht ik belangrijk. Ze pakken weer iets op wat in de vorige eeuw in de jaren 20 en verder als onmogelijk en theologisch als zelfs ontoelaatbaar te bestempelen wordt hiermee weer ingehaald. De methodiek hier gevolgd legt geen absolute claim, maar trekt als het ware stippellijnen.
Kees van der Kooi

Reactie plaatsen